Zijn kop is relatief groot met donkere ogen en de snavelbasis is relatief breed. Het achtereind lijkt slank door de lange vleugels en staart. De bovenzijde is bruin en de onderzijde lichtgrijs. Hij is fijngestreept op kruin en borst. Het juveniel is opvallend gevlekt op de bovenzijde.
Voederapparaten in tuinen bezoekt de grauwe vliegenvanger zelden tot nooit, alleen als het extreem slecht weer is willen ze wel bessen eten. Als bosvogel willen ze wel in leven in tuinen als het water heeft om te drinken en te baden en een goede beschutting heeft voor het nest. Ze nestelen eveneens in open nestkasten met een lage voorwand.
Specificaties
Wetenschappelijke naamMusciapa striata
FamilieMuscicapidae
HabitatHet is een talrijke, wijdverspreide broedvogel in open bossen, parken, tuinen, boomgaarden, boomlanen, bosranden etc. Het is een trekvogel die overwintert in zuidelijk Afrika.
VoedselHij eet vliegende insecten en in het najaar ook bessen.
Hoogte14cm
Gewicht13-19g
Levensduur1 - 8 Jaar
BroedtijdMei-Juli
NestDe Grauwe Vliegenvanger nestelt in nissen en halfopen holen in bomen maar soms ook in gebouwen. Hij maakt ook gebruik van halfopen nestkasten.
GeluidHij roept onopvallend hoog 'tsrie'. Zijn alarmroep is een scherpe 'iesste-(te)'. Zijn zachte zang bestaat uit een serie schrille en hoge tonen.
KenmerkenHij is rechtopzittend op een zitpost op de uitkijk naar voorbijvliegende insecten. Hij foerageert op vliegen, bladluizen, bijen, wespen en vlinders. Grauwe vliegenvangers vangen het liefst insecten met de hoogste opbrengst. Een hommel is bijvoorbeeld een grotere prooi als een vlieg, maar de angels dienen verwijderd te worden. Dat kost tijd die de grauwe vliegenvanger liever besteed aan het vangen van andere insecten.
Jongen1 à 2 broedsels. Per broedsel zo'n 4 tot 5 bruingestippelde, groenachtige eieren.