Klapekster

Klapekster

De bovenzijde van klapekster (Lanius excubitor) is grijs en de onderzijde wit van kleur. Zijn zwarte staart heeft witte zijden en ook de vleugels zijn zwart met witte vlekken. Hij heeft een brede, zwarte oogstreep en een kleine haakachtige snavel.

Grootte

Zijn lengte is ca. 24 cm, iets kleiner dan een merel.

Habitat

De klapekster heeft een brede verspreiding over het hele noordelijk halfrond. Hij is te vinden in licht beboste open terreinen, bosranden en heidevelden. Als broedvogel is de klapekster in Nederland en België zeer zeldzaam.

Nest

Het nest in een boom is een kom van gevlochten gras en mos, dat van binnen met pluisjes en veertjes bekleed wordt.

Jongen

De klapekster brengt jaarlijks slechts één broedsel groot. Het legsel bestaat uit 5 tot 6 eieren die na 15 dagen uitkomen. De kuikens worden nog 20 dagen door beide ouders verzorgd voordat ze uitvliegen.

Voedsel

Zijn prooidieren zijn vooral muizen, hagedissen, grote insecten of kleine vogelsoorten. De klapekster jaagt vanuit uitzichtpunten zoals de topjes van boompjes, struiken, hekken of telefoondraden.

Klank

De roep is een schel geschreeuw en geratel. De zang is zacht, met er tussendoor scherpe tonen.

Karakteristieke kenmerken

Het is de grootste Europese klauwier. De vogel is goed te herkennen aan zijn zwarte ‘masker’ en zijn opvallende zwart-wit tekening. Het opspiezen van zijn prooi om het tijdelijk ‘op te slaan’ als voedselvoorraad. Vogelbescherming Nederland en SOVON Vogelonderzoek hebben 2012 uitgroepen tot het Jaar van de Klauwieren omdat het niet goed gaat met deze bijzondere soort. De klapekster staat op de Nederlandse rode lijst als meest bedreigde vogelsoort.