Vurige koperwiek

Koperwiek

Tru-tra-tro-truu-trie klinkt het lied van de koperwiek, maar horen wij die muzikant overvliegen met zijn langgerekte zjieh, dan is de herfst in ons land. In deze tijd van het jaar trekken de vogels in groten getale vanuit Scandinavië naar hun overwinteringsplekken in Zuid-Europa.

Onderweg doen ze zich in onze tuinen en parken tegoed aan de vurige bessen van de duindoorn, maar ook andere felgekleurde bessen als die van de hulst, de lijsterbes en de kardinaalsmuts staan op het menu. De vogel zelf is getooid met de roodkoperen kleur waaraan hij zijn naam ontleent.

Op de grond piept het warme roestbruin al onder de vleugel uit, maar als hij vliegt is het koper op zijn flanken en aan de onderzijde van zijn wieken duidelijk zichtbaar. Bruine bovenzijde, zwartgespikkelde crème borst en warmrode oksels, echt een kleurencombinatie die bij past bij verkleurende bladeren, bessen en paddenstoelen, kortere dagen en een hogere thermostaat.

Zijn witte wenkbrauwstreep boven de zwarte oogstreep en de gele snavelbasis geven deze lijster een ‘pittig’ voorkomen. Rödvingetrast heet de vogel in het Zweeds. Met onder zijn vleugels een rood dat net zo vurig is als de vlechten van Pippilotta Viktualia Rullgardina Krusmynta Efraimsdotter Långstrump, alias Pippi Langkous.

Vogelbescherming Nederland