Opgewonden standje de winterkoning

Winterkoning

PIRRrrrrrrrrr si-ZIRRRRRRR SVI-SVI-SVI-SVI, daar zingt het winterkoninkje. Zijn liedje klinkt als een strak opgewonden mechaniekje dat afloopt. Trillers, rollers en hele tonen stuiteren wild over elkaar heen.

Een verrassend krachtig geluid voor zo’n klein vogeltje. Ook in zijn bewegingen is het een opgewonden standje. Hij vliegt met snelle vleugelslagen laag boven de grond van struik naar struik. Zit even met zijn kekke staartje parmantig omhoog, en dwarrelt dan weer als een klein veerballetje door de takken.

De winterkoning laat zijn opgewekte lied ook in de winter horen; daar dankt hij zijn naam aan. Als het heel koud is, zoeken winterkoninkjes elkaar op en gaan ze dicht tegen elkaar aanzitten in een nestkast of op een beschutte plek. Verder zijn het solitaire vogeltjes.

In april bouwt hij meerdere mooie, bolvormige nesten in dichte takkenhopen. Vervolgens gaat hij er luid bij zitten zingen. Als het vrouwtje eenmaal op de eieren zit, probeert het mannetje ook in de andere nesten een vrouwtje te lokken.

Met hun fijne snaveltje jagen ze op gronddiertjes die onder het struikgewas of in de kieren van boomschors leven. In de winter pikken ze graag een graantje mee dat van de voedertafel is gevallen, of dat door attente tuineigenaren onder struiken is uitgestrooid.

Vogelbescherming Nederland