Mus van de bergen

Ring mus

Als de huismus een “echte stadsbewoner” is - lawaaiig, grappig brutaal, druk kissebissend met soortgenoten – dan is de ringmus het plattelands-neefje: minder vaak voorkomend in de randstad, iets minder zichzelf op de voorgrond plaatsend en met een gezonde donkere ‘blos’ op zijn wangen.

De Passer Montanus (mus van de bergen) zoals hij officieel heet, vertoont zich inderdaad minder vaak in de stad. Het is een vogel van het agrarische gebied. Hij komt voor aan de rand van dorpen en bij boerderijen, vooral in het oosten van het land.

Wie in de Randstad een ringmus wil zien, moet naar station Zuid WTC in Amsterdam. In de passagierstunnel onder het station, bevolkt met druk bellende en sms-ende forenzen en studenten, zijn de tegeltableaus van de wanden versierd met levensgrote afbeeldingen van deze mooie “boerenvogel”.

Helaas geldt voor de ringmus wat ook voor de huismus geldt; door het aanharken van Nederland gaat er steeds meer leef- en foerageergebied verloren. Alle mussen houden van rommelige tuinen en stoppelvelden met zaden, van heggen waar ze zich kunnen verschuilen, van openingen in huizen waar ze kunnen nestelen. Als u in u omgeving iets wilt doen voor ring- en huismus, kijk dan op het Actieplan Huismus van Vogelbescherming Nederland.