Een bonte verzameling spechten

Met zijn getikte persoonlijkheid en spottende lach is Woody Woodpecker mijn favoriete tekenfilmfiguur. Zijn bedenker, Ben Hardaway, moet haast wel een vogelliefhebber zijn geweest, want Woody’s karaktertrekken passen perfect bij de specht en zijn ook terug te vinden in de zes Belgische soorten.

Met zijn 46 centimeter is de zwarte specht de grootste van allemaal. Zoals zijn naam al doet vermoeden is hij geheel zwart, met een onmiskenbare felrode kruin en een imposante, ivoorkleurige snavel. Je vindt hem vooral in gemengde bossen in het oosten van het land, waar hij zijn nest uithakt in dikke oude loofbomen. De beste manier om hem te lokaliseren is op basis van zijn onmiskenbare roep, die mij altijd een beetje doet denken aan het geluid van een speelgoed laserpistool.

Zijn kleinere neefje, de groene specht, is een on-Belgisch mooie, fluorescerend groene vogel die houdt van open parklandschappen. Daar jaagt hij op zijn favoriete prooi, de rode bosmier, die hij met speels gemak naar binnen likt met zijn tong, die anderhalf keer de lengte van zijn schedel is. Het zijn schuwe vogels en meestal zie ik ze pas als ze in diep golvende vlucht luid roepend van me afvliegen.

De zeldzaamste en meest geheimzinnige van alle spechten is de draaihals, een kleine onopvallende soort met bruine camouflagekleuren die meer aan een zangvogel doet denken dan een specht. In tegenstelling tot zijn naaste verwanten is het een echte trekvogel, die broedt op de Belgische zandgronden en overwintert in de Afrikaanse Sahel.

En dan zijn er nog de kleine, middelste en grote bonte specht. De eerste is niet veel groter dan een koolmees en leeft in bossen met zacht houtsoorten als berk en wilg, de tweede is een schaarse soort van loofbossen in het oosten des lands en de laatste is dé zwart-witte huis-tuin-en-keukenspecht die bijna iedereen weleens een keer in zijn of haar tuin heeft gehad.  

Hij mag dan algemeen zijn, de grote bonte specht blijft een beeldschone en vogel, met zijn scherp contrasterende, knalrode onderstaartdekveren – een sjiek woord voor kont. Zowel de vrouwtjes als mannetjes hebben een witte kop met zwarte kruin en baardstreep en om het af te toppen hebben die laatsten ook nog een subtiel rood vlekje op het achterhoofd. Net als de andere vijf spechtensoorten roffelen de mannen er in het voorjaar vrolijk op los, vooral op heldere, windstillen dagen in april/mei. Dit doen ze om hun territorium af te bakenen en een partner te versieren: roffelen is dus het spechtenequivalent van zingen en de boom fungeert daarbij als klankkast.

Maar als zo’n specht de hele dag met z’n snavel tegen een boom aan ramt, waarom krijgt hij dan geen hoofdpijn? Pas recentelijk hebben wetenschappers dit geheim ontrafeld: de spechtenschedel bestaat in feite uit tientallen flinterdunne laagjes bot, waardoor het een sponsachtige structuur heeft. Hierdoor fungeert het als een soort van schokdempende helm die de hersenen tegen de harde klappen beschermt. 

En wat kan jij doen om deze fascinerende vogel naar jouw tuin of balkon te lokken? Gelukkig is dit vrij eenvoudig, want grote bonte spechten zijn verzot op pinda’s, vetbollen en vooral vogelpindakaas en al deze producten kan je direct bestellen bij Vivara!

Happy birding!


Arjan Dwarshuis