Duiven en tortelduiven zijn een vertrouwd gezicht in veel tuinen en brengen een gevoel van rust met hun zachte gekoer en sierlijke aanwezigheid. Door de verschillende soorten die je tuin kunnen bezoeken te leren kennen, kun je nog meer genieten van het observeren van vogels en je tuin aantrekkelijker maken voor hen. Hieronder vind je een overzicht van de meest voorkomende soorten duiven en tortelduiven:
Stadsduif (Columba livia domestica)


Afkomstig van de gedomesticeerde rotsduif zijn stadsduiven veelvoorkomend in stedelijke en voorstedelijke gebieden. Ze hebben een breed scala aan verenkleedvariaties, van klassiek blauwgrijs met twee zwarte vleugelstrepen tot volledig witte of bruine exemplaren. Deze aanpassingsvaardige vogels nestelen vaak op gebouwen en floreren in door mensen veranderde omgevingen.
Houtduif (Columba palumbus)


De grootste duivensoort in veel regio’s, gemakkelijk herkenbaar aan het grijze lichaam, de witte halsvlek en opvallende witte vleugelstrepen die tijdens het vliegen zichtbaar zijn. Hun karakteristieke vijfklanken-koer is vaak te horen in tuinen en bossen. Houtduiven eten allerlei plantaardig materiaal, zoals bladeren, zaden en vruchten, en hebben zich goed aangepast aan zowel landelijke als stedelijke omgevingen.
Turkse tortel (Streptopelia decaocto)


Te herkennen aan hun slanke bouw, lichtgrijze verenkleed en het kenmerkende zwarte ‘kraagje’ in de nek. Sinds hun komst naar het VK in de jaren 50 is hun aantal gegroeid tot bijna een miljoen broedparen. Hun monotone gekoer is een bekend geluid in veel tuinen.
Holenduif (Columba oenas)


Vaak verward met de houtduif, maar iets kleiner en zonder witte halsvlek of vleugelstrepen. Ze hebben een egaal blauwgrijze kleur met een subtiele iriserende groene glans op de nek. Holenduiven geven de voorkeur aan open platteland met oude bomen, maar worden ook gezien in parken en grote tuinen.
Tortelduif (Streptopelia turtur)
Kleiner en fijner dan de Turkse tortel, met bruin-zwarte gevlekte vleugels, een witgerande staart en een zwart-wit gestreepte halsvlek. Hun zachte, spinnende zang is een genot om te horen. Helaas is hun aantal sterk afgenomen en zijn ze zeldzaam geworden in veel gebieden.


Deze unieke WoodStone®-voederbak is speciaal ontworpen voor vogels die het liefst op de grond eten, zoals duiven, merels, roodborstjes, vinken en mussen.
Duiven en tortelduiven ondersteunen in je tuin
Om deze vogels aan te trekken en te ondersteunen, kun je het volgende doen:
- Voedselbronnen aanbieden: Plant inheemse struiken en bomen die bessen en zaden produceren. Vul eventueel aan met voedertafels met granen en zaden.
- Vers water: Zorg voor een schone waterbron om te drinken en te baden, zoals een vogelbad.
- Veilige nestplaatsen: Behoud hagen en bomen voor natuurlijke nestgelegenheid. Nestplanken of nestkasten kunnen het broeden stimuleren.
- Beperk verstoringen: Houd de tuin rustig door harde geluiden te vermijden en roofdieren zoals katten te weren.
Door de verschillende soorten duiven en tortelduiven te herkennen en in hun behoeften te voorzien, kun je genieten van hun aanwezigheid én bijdragen aan hun bescherming.
Welk type vogelvoederhuis is geschikt voor duiven?
Als je duiven in je tuin wilt ondersteunen en aantrekken, kies dan voor een geschikte grondvoeder of een voedertafel om hen tegemoet te komen. Duiven proberen vaak wanhopig te landen op gewone vogelhuisjes en veroorzaken daarbij soms de nodige chaos.
Geschikte voeders voor duiven zijn onder andere:
-
Voedertafels
-
Elke soort open voederbak (zoals afgebeeld op de foto)


Hoe voorkom je dat duiven vogelvoer opeten
Sommige tuinliefhebbers willen alleen kleine tuinvogels voeren, zoals roodborstjes en koolmezen – maar voederplekken trekken meestal ook duiven aan. Door hun formaat en eetlust maken duiven veel voeders vaak snel leeg.
Een diervriendelijke manier om te voorkomen dat duiven bij het voer voor kleine vogels kunnen komen, is het plaatsen van een duifveilige voederplek. Dit kan op de volgende manieren:
-
Plaats een beschermkooi rond je vogelvoeder: hierdoor kunnen alleen kleine vogels de kooi binnen.
-
Bevestig een opvangschaal onder je vogelvoeder: zo valt er geen voer meer op de grond, waar ongewenste bezoekers het zouden kunnen oppikken.


