Bruine kikker

Bruine kikker

De bruine kikker (Rana Temporaria) is zeer variabel van kleur. Hij lijkt soms meer groen of rood dan bruin. Op de rug heeft hij donkere of zwarte vlekken en op de achterpoten donkere dwarsstrepen. Vrijwel alle bruine kikkers hebben een grote, donkerbruine vlek aan de zijkant van de kop, vanaf het oog tot aan de schouder. De bruine kikker heeft een korte, stompe snuit en lange achterpoten met zwemvliezen. De mannetjes zijn kleiner dan de vrouwtjes.

Bekijk al onze kikker producten  

Grootte
ca. 10 cm groot.

Habitat
De bruine kikker is wijdverspreid in heel Europa. Hij leeft op vochtige plaatsen onder struikgewas, in weiden en sloten. De bruine kikker overwintert verscholen onder boomstronken, stenen, in holen of in moerassige bodem van wateren.

Nest
De afgezette eiklompen bevatten 700 tot wel 4500 eieren en worden vlak onder het wateroppervlak gelegd. Deze grote plak kikkerdril ligt los in het water op warme ondiepe plekken.

Jongen
Begin maart begeven bruine kikkers zich richting hun voortplantingswateren met ondiepe oeverzones. Na één of twee weken komen uit de eieren kleine zwarte kikkervisjes. Eind juni verlaten ze het water als bruine kikkertjes.

Voedsel
Het voedsel bestaat voornamelijk uit kleine ongewervelde zoals insecten, wormen en slakken.

Klank
De bruine kikker heeft inwendige kwaakblazen. Zijn gekwaak bestaat uit een reeks zachte geluiden "grouk-grouk-grouk". De lokroep van het mannetje is een gedempt knorrend geluid.

Karakteristieke kenmerken
Kenmerkend is hun donkere vlek achter het oog.

Hij is één van de eerste kikkers, die in het voorjaar aan voortplanting begint.

Tijdens de paartijd hebben de mannetjes paarborstels (eeltachtige knobbels) op hun duimen waardoor ze de vrouwtjes steviger vast kunnen houden.

Bekijk al onze kikker producten